Zomer- en winteruur werden in 1977 ingevoerd. De bedoeling was om – in volle oliecrisis – energie te besparen. Veertig jaar later blijkt die energiebesparing erg beperkt. De negatieve gevolgen zijn veel duidelijker. “In de periode dat de klok een uur vooruit of achteruit gaat, zijn er bijvoorbeeld meer hartinfarcten”, verklaart Mark Demesmaeker. “Bovendien lijden niet alleen de volksgezondheid, maar ook de algemene economie en de verkeersveiligheid eronder.”
Weg met de uurwisseling
Hij roept Europa dan ook op om de bestaande richtlijn aan te passen. Een studie moet vervolgens nagaan of zomertijd of wintertijd het vaste nieuwe uur wordt. “Maar van die uurwisseling moeten we af, zoveel is duidelijk”, besluit Demesmaeker.