“We moeten effectief een einde maken aan de sociale wantoestanden die voor onveilige en mensonterende toestanden zorgen op onze wegen en parkings”, bevestigt Demesmaeker. “Bovendien kunnen onze Vlaamse transporteurs nauwelijks het hoofd boven water houden door de oneerlijke concurrentie uit Centraal- en Oost-Europa.”
Cabotage verder inperken
Een belangrijke bron van onvrede zijn de wantoestanden met cabotage: het vervoer van goederen waarbij zowel de laad- als losplaats zich in hetzelfde land bevindt, maar dat uitgevoerd wordt door een bedrijf uit een ander land. Een Slovaakse transporteur die vracht vervoert tussen Gent en Antwerpen is een concreet en reëel voorbeeld. “De huidige beperking op cabotage, drie ritten per zeven dagen, is nauwelijks controleerbaar en werkt duidelijk misbruik in de hand”, aldus Demesmaeker. “De Commissie wil cabotageritten daarom tot vijf dagen beperken. Dat moet de controle vereenvoudigen en gesjoemel met papieren makkelijker blootleggen. Ook kan dit bijdragen aan een beter evenwicht tussen een eerlijke arbeidsmarkt en efficiënt transport. Een correct cabotagesysteem is bovendien goed voor het milieu: het zorgt ervoor dat trucks minder kilometers zonder vracht rijden en dus minder CO2 uitstoten.”
Postbusfirma’s aanpakken
Daarnaast doet Europa een belangrijke aanzet tegen het opzetten van zogenoemde postbusfirma’s, die hun zetel(s) in het buitenland vestigen maar daar geen activiteiten uitoefenen. “Zo ontwijken heel wat oneerlijke transporteurs de Belgische sociale- en arbeidsregels. Nu eist de Commissie dat de transportbedrijven gevestigd zijn in het land waar zij hun bedrijfsactiviteiten effectief uitoefenen. Dat is een stap in de goede richting,” besluit Demesmaeker, “maar ik wil eerst afwachten hoe alles precies geïmplementeerd wordt. Veel hangt immers ook af van een degelijke samenwerking tussen de lidstaten.”