Afgelopen woensdag vond in het Europees Parlement een conferentie plaats met als titel “Catalonië, een Spaanse regio”. Hoofdspreker: Javier Ortega Smith, Secretaris-Generaal van Vox. Vox is een radicale Spaanse unionistische partij en heeft zich burgerlijke partij gesteld in het proces tegen de gevangen Catalaanse politici. Heeft deze partij spreekrecht en mogen ze dat komen uitoefenen in het Europees Parlement? Natuurlijk. Maar dat spreekrecht heeft iedereen. Ook ik. Democratie is het georganiseerd meningsverschil en zo hoort het. Helaas is niet iedereen het daarmee eens. Dat heb ik aan den lijve ondervonden.
Toen ik het woord vroeg en kreeg aan het eind van de conferentie, duurde het niet lang eer mijn betoog onderbroken werd door getier en boegeroep. Wat ik deed was nochtans niet choquerend: als toehoorder had ik het recht tussen te komen tijdens de vragenronde van het publiek.
Mijn boodschap werd absoluut niet gesmaakt en dan druk ik me nog zacht uit. De sfeer van intimidatie en vooral de vijandigheid, was ongezien. De televisiebeelden gingen Europa rond. Het was de perfecte illustratie van wat ik net had beweerd, namelijk dat de acties en de stijl van VOX ten aanzien van de Catalanen doen denken aan de zwartste periode uit de recente Spaanse geschiedenis. Het Franquisme is springlevend en krijgt zonder problemen een forum in het Europees Parlement. Iets wat de Catalaanse president Quim Torra en zijn voorganger Carles Puigdemont resoluut werd geweigerd, op grond van zogezegde veiligheidsrisico’s.
Het mag duidelijk zijn dat ik geen bewaar heb tegen een open en pittig debat. Integendeel. Op voorwaarde dat iedereen vrij is om deel te nemen. Dat dit niet het geval is in het hart van de Europese democratie is gewoonweg stuitend. In een brief aan parlementsvoorzitter Antonio Tajani heb ik dat duidelijk gemaakt. Deze dubbele standaarden zijn een parlement onwaardig.